De Nederlandse overheid is nog steeds niet bereid om sterk afgeprijsde treinkaartjes te subsidiëren

Terwijl andere Europese landen experimenteren met gratis of goedkope treinkaartjes, blijft de kans dat Nederland dit voorbeeld volgt twijfelachtig. Hoewel de Nederlandse regering zegt dat de tests “interessant” zijn, zijn er volgens de NOS geen concrete plannen om soortgelijke veranderingen door te voeren.

Zo waren Duitse treinen, bussen en metro’s deze zomer toegankelijk voor een eenmalige betaling van 9 euro per maand. Spanje is donderdag begonnen met het gebruik van gratis kaartjes voor korte en middellange treinreizen en Luxemburg heeft vanaf 2020 gratis openbare treinen. Malta volgt vanaf 1 oktober het voorbeeld van Luxemburg.

Een woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zegt tegen de NOS dat hoewel de Nederlandse overheid geïnteresseerd is in deze nieuwe aanpak, het maar de vraag is of deze daadwerkelijk bedoeld is om duurzaam reizen te bevorderen. “Gaan meer mensen daadwerkelijk met het openbaar vervoer, of zijn het vooral mensen die al met het openbaar vervoer hebben gereisd die meer kilometers maken?”

NS is al onderbezet en heeft de afgelopen weken last gehad van herhaalde stakingen. De NS zegt weliswaar voorstander te zijn van het betaalbaarder maken van het vervoer, maar wil volgens de NOS niet terugkeren naar de congestieproblemen van voor de uitbraak van het coronavirus.

Bovendien kosten verschillende strategieën om het openbaar vervoer goedkoper te maken verschillende bedragen. Het gratis maken van al het openbaar vervoer in Nederland zou € 4 miljard per jaar kosten, terwijl het maken van treinen alleen € 2 miljard zou kosten. Het afschaffen van de 9 procent btw op treinkaartjes, zoals NS in het verleden bepleitte, zou zo’n 300 tot 400 miljoen euro kosten.

De Nederlandse regering wacht de voorstellen van de Europese Commissie over btw op treinkaartjes af alvorens een besluit te nemen. Het is wachten op de resultaten van onderzoek van het Kennisinstituut Mobiliteit, dat inzicht zal geven in de vraag of ‘prijsprikkels’ effectief zijn in het veranderen van het vervoersgedrag van mensen, meldt de NOS.