De Verenigde Staten geloven dat de Oekraïners achter de moord in Rusland zaten

Hij zei: “We hebben andere doelen op het grondgebied van Oekraïne, ik bedoel medewerkers en vertegenwoordigers van het Russische leiderschap, die van waarde kunnen zijn voor leden van onze speciale diensten die in dit programma werken, maar zeker niet voor Dugina.”

Hoewel de details over de sabotage in door Rusland gecontroleerd gebied in nevelen gehuld zijn, heeft de Oekraïense regering stilletjes de moord op Russische functionarissen in Oekraïne en de sabotage van Russische wapenfabrieken en wapendepots erkend.

Een hoge Oekraïense militaire functionaris, die vanwege de gevoeligheid van het onderwerp vroeg om niet genoemd te worden, zei dat Oekraïense troepen, met de hulp van lokale strijders, moorden en aanvallen hebben uitgevoerd op beschuldigde Oekraïense collaborateurs en Russische functionarissen in de bezette Oekraïense gebieden. Onder hen is het hoofd van de regio Cherson, die door het Kremlin werd geïnstalleerd, in augustus werd vergiftigd en voor spoedbehandeling naar Moskou moest worden overgebracht.

Landen bespreken traditioneel de geheime acties van andere landen niet, uit angst om hun eigen operaties te onthullen, maar sommige Amerikaanse functionarissen vinden het belangrijk om wat zij zien als gevaarlijke avonturen, met name politieke moorden, in toom te houden.

Amerikaanse functionarissen hebben de afgelopen dagen echter een poging gedaan om erop aan te dringen dat de betrekkingen tussen de twee regeringen sterk blijven. De bezorgdheid van de VS over agressieve geheime operaties in Rusland heeft niet geleid tot bekende veranderingen in het verstrekken van inlichtingen, militaire en diplomatieke steun aan de regering van de heer Zelensky of aan de Oekraïense veiligheidsdiensten.

In een telefoontje zaterdag zei minister van Buitenlandse Zaken Anthony J. Blinkin vertelde zijn Oekraïense tegenhanger Dmytro Kuleba dat de regering-Biden “de inspanningen van Oekraïne om de controle over zijn grondgebied terug te winnen zal blijven steunen door zijn hand militair en diplomatiek te versterken”, aldus Ned Price, een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken, de Nationale Veiligheidsraad, het Pentagon en de CIA weigerden commentaar te geven op de beoordeling van de inlichtingen.