In 1994 verleende Zijne Majesteit de Koningin Beatrix der Nederlanden de titel van Nederlandse Ridder in de Orde van Oranje-NASA aan Charles Kehring, een inwoner van Fort Plain.
Hij werd Duits en deels Italiaans geboren in het huis van zijn grootmoeder in Kehringford Plain. Zijn familie verhuisde na de Tweede Wereldoorlog naar Nelliston. Zijn proefschrift aan de Indiana University gaat over de taalkundige studie van het voortbestaan van de Nederlandse taal in het koloniale New York.
Zijn leven werd besteed aan het vertalen van oude Nederlandse documenten uit de kolonie Nieuw-Nederland, waartoe nu de steden behoren die nu bekend staan als Albany en New York City. Oudnederlands is moeilijk te begrijpen, zelfs voor mensen die modern Nederlands vloeiend spreken. Veel van de overgebleven handgeschreven documenten zijn zelden leesbaar.
Kehring Albany is directeur van het New Netherlands Research Centre van de New York State Library.
Hij zei: “Ik vertaal al veertig jaar Nederlandse platen. Dit zijn de originele archieven van de Nederlandse kolonie hier in de 17e eeuw. Ik ben bezig met het verbeteren van de kennis van de mensen over de Nederlandse traditie in het gebied. Het is dus niet alleen een vertaalprogramma, het is een distributieprogramma en een educatieprogramma. We proberen mensen bewust te maken van het unieke gebied waar ze wonen in de Hudson Valley en de Mohawk Valley.
35 jaar lang hielp Kehring Johnny Venima vertalen, een Nederlandse onderwijzeres die naar de hoofdstad verhuisde en halverwege de jaren tachtig met Kehring in Albany begon te werken.
In een interview in 2020 zei Venima dat zij en Kehring de notulen van de Nieuwe Nederlandse Raad hadden vertaald: “De gemeente zal Peter Stewasant en enkele mannen zijn. Zij waren de regering van de hele kolonie Nieuw-Nederland.
Venima ging in 2020 met pensioen en verhuisde terug naar Nederland. Kehring zei dat hij zou blijven vertalen. “Nou, ik zal het zo snel mogelijk nemen,” zei hij. “Tot mijn ogen opvallen.”
Veel geleerden en beroemde schrijvers hebben Kehrings vertalingen gebruikt. Albany-vertalingen maakten bijvoorbeeld Russell Shorto’s bestverkochte 2004 “The Island at the Center of the World” mogelijk. Shorto’s boek stelt dat de geschiedenis van Manhattan werd gesticht door de Nederlanders, wat leidde tot de immigrantencultuur van New York en de Verenigde Staten.
In de jaren negentig vertaalden Kehring en William Starna, een oude vriend van St. John’sville, het boek “A Journey to Mohawk and the Onida Country, 1634-1635” in het tijdschrift van Harmon Meinertz von Den Bogart.
Van den Bogart was een Nederlandse kapper/chirurg die woonde in wat wij noemen Albany en Ford Orange. Hij was de eerste Europeaan die een reis door de Mohawk-vallei documenteerde.
Zijn dagboek maakt ook de eerste gedrukte notitie van de Iroquois Confederate-landen.
Van den Bogart en twee anderen vertrokken in december 1634 met de Iroquois-stammen in het westen om erachter te komen waarom de handel in Fort Oranjebont was stopgezet. De reizigers keerden met geschenken terug naar Oranjekasteel.
Van den Bogart werd commandant van het Oranjefort. In 1648 raakte hij verwikkeld in een seksuele controverse en werd hij beschuldigd van seks met een mannelijke slaaf genaamd Tobias. Sodomie, die ter dood werd veroordeeld, werd beschuldigd van van ten Bogart.
Hij vluchtte naar Indië. Een premiejager bij Onida Longhouse haalde hem in en tijdens een vuurgevecht vatte het Longhouse vlam en werd vernietigd. Van den Bogart werd teruggebracht naar het Oranjekasteel.
Hij ontsnapte opnieuw toen het drijvende ijs het fort zwaar beschadigde. Hij verdronk echter in de Hudson River. Paradoxaal genoeg zonk de straf voor Sodomie.
Kehring zei: “Als je dit allemaal in een roman schrijft, zou het zo belachelijk lijken.”
Meer uit het dagblad:
Categorieën: Reageer
More Stories
Nederland roept Israël op om het UNRWA-embargo te heroverwegen en dringt aan op een staakt-het-vuren
Bizar… Nederlands veldrittalent maakt het uit met Belgisch team, dat woedend reageert: ‘Ik hoop dat je faalt’
De Asieldienst kreeg in april een boete van 50.000 euro per dag opgelegd