november 15, 2024

Groenhuis

Groenhuis is de toonaangevende aanbieder van kwalitatief Nederlands nieuws in het Engels voor een internationaal publiek.

Boekrecensie: “Onze maan” van Rebecca Boyle

Boekrecensie: “Onze maan” van Rebecca Boyle

‘De maan is meer een zuster dan een satelliet’, schrijft Boyle, waarin hij uitlegt dat hij is ontstaan ​​uit dezelfde kosmische wolk van puin die de aarde heeft gevormd. De zwaartekracht stabiliseert niet alleen ons klimaat – waardoor de maan de “leider van onze seizoenen” wordt – maar maakt ook leven mogelijk. Als heerser over de getijden trok de maan primitieve organismen naar de voedselrijke zeeën van de vroege aarde en bracht ze vervolgens terug naar de kust waar ‘vissen uit het water liepen’.

Maar Boyle, wiens briljante schrijven net zo sereen is als een verhaaltje voor het slapengaan, schildert de maan af als meer dan alleen een motor van fysieke verschijnselen. Mensen, zegt ze, kijken altijd naar onze naaste hemelse buren om onze plaats onder hen te begrijpen. “Net zoals de maan het licht van de aarde reflecteert, is haar essentiële rol in de moderne wetenschap het vertellen van ons verhaal”, schreef ze.

Oude mensen gebruikten de maan om de tijd te exploiteren, waardoor de weg werd vrijgemaakt voor georganiseerde systemen zoals landbouw en religie (waarvan vele vormen de maan als een god aanbaden). Tegen de tijd dat Galileo terechtstond omdat hij beweerde dat de aarde niet het centrum van ons zonnestelsel was – wat hij gedeeltelijk ontdekte door de beweging van de maan te volgen – was de maan al gescheiden van het goddelijke. Mensen begonnen na te denken over het ware doel van de maan en over onze plaats in het universum; ideeën die ‘onze maan’ postuleerden, vormden de kiem van het vroege filosofische denken en wetenschappelijke observatie.

READ  Wetenschappers kweken voor het eerst planten op maangrond: ``alles ontsproten'

Soms dwaalt het verhaal zo ver af van het onderwerp dat ik bedoel, dat ik me afvroeg: wat heeft dit met de maan te maken? Maar net zoals de maan altijd aan onze hemel verschijnt, keert ook Boyle terug naar haar onderwerp. Er moet altijd een verband gelegd worden, of het nu fysiek, spiritueel, intellectueel of mythologisch is.

Het brengt ons voorbij het tijdperk van ontdekkingsreizen, toen naar de maan gaan een symbool werd van het koloniseren van nieuwe landen, naar het tijdperk van Apollo, toen de maan een teken was van politieke superioriteit. Boyle vindt de maan op plaatsen waar ik nooit had gedacht te kijken. Ze overtuigde mij ervan dat, hoewel onze relatie ermee voortdurend verandert, de maan een bron van kennis, verwondering en invloed blijft – en dat hij nooit saai is.