Toen Nederland in 2016 een nationaal referendum hield over de relatie van de EU met Oekraïne, kon het de Nederlandse kiezers niet zoveel schelen dat de deal de relatie van de EU met Rusland in gevaar zou brengen. In plaats daarvan was het verzet tegen de Europese integratie de drijvende kracht achter de ‘nee’-stemmen. Hoewel ontevredenheid over hun nationale regering ook een belangrijke rol speelde in de uitslag van het referendum, was het lang niet zo voorspellend voor de stemmen van mensen als de mening over de inhoud of het resultaat van de overeenkomst.
Een korte geschiedenis van referenda in Nederland
Laten we een beetje teruggaan. In 2005 hield Nederland voor het eerst een referendum, waarin de burgers werden gevraagd of zij ervoor waren dat hun land een Europese grondwet ratificeerde. Dit referendum was wettelijk alleen mogelijk door de introductie van een op maat gemaakte, eenmalige wet. Bij een relatief lage opkomst vinkten zes op de tien kiezers het vakje tegen goedkeuring aan. De Europese grondwet werd on hold gezet nadat Nederland, Frankrijk en andere landen het verdrag niet ratificeerden.
Tien jaar later, in 2015, kwam er ondanks verzet van de grootste partij van het land, de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), een uitgebreidere referendumwet. Kort daarna, in 2016, vond een tweede raadgevend referendum plaats over een onderwerp dat verband hield met de Europese Unie. Basisorganisaties in Nederland verzamelden genoeg handtekeningen om een referendum te houden waarin burgers werden gevraagd of de EU een economische associatieovereenkomst met Oekraïne moest ondertekenen.
Campagne tegen de betrokkenheid van de EU bij Oekraïne
Deze beweging werd geleid door onder meer het Forum voor Democratie (FvD), dat nog een denktank was en anno 2019 nog geen grote politieke partij was geworden, evenals andere door burgers geleide organisaties. Burgercomité-EU En dit Geenstijl bloggen. De nee-campagne werd verder gesteund door partijen aan beide uiteinden van het politieke spectrum, zoals de Socialistische Partij (SP), de Partij voor de Dieren (PvdD) en de Partij voor de Vrijheid (PVV).
Hun ogenschijnlijk anti-eliteretoriek benadrukte de buitensporige macht van “bureaucratische” supranationale EU-instellingen en “corrupte” gevestigde elites, evenals de negatieve impact van het vrije verkeer van arbeidskrachten uit Oekraïne op de Nederlandse arbeidsmarkt en samenleving. Beveiliging. Bovendien, afgezien van de legitimiteit van de EU en economische overwegingen als centrale argumenten van de campagne, voerde het “Nee”-kamp aan dat de associatieovereenkomst Poetin zou provoceren.
Principes van referendumstemming
Deze argumenten weerspiegelen twee belangrijke beginselen die de stemming in het EU-referendum bepalen. De ‘issue-based’ theorie van het stemmen in een referendum suggereert dat stemmen in een referendum vaak worden bepaald door de kwestie die voorhanden is, in dit geval de economische relatie van Oekraïne met de EU. Het kan ruim worden geïnterpreteerd en omvat niet alleen de aanvaarding of verwerping van de voorwaarden van het verdrag, maar ook de algemene houding ten opzichte van de Europese uitbreiding en integratie, evenals de bredere resultaten van de associatie, zoals de relatie van de EU met Rusland. Een fervent tegenstander van het verdrag.
Aan de andere kant ziet de tweede-orde-theorie van referendumstemming EU-referendums in de eerste plaats als een instrument voor burgers om hun ongenoegen te uiten over hoe hun land wordt bestuurd. Het stelt dat referenda stemmen ter ondersteuning of veroordeling van de huidige nationale regering, of sentimenten over de nationale politiek in het algemeen.
Wat kan de Nederlandse peiling van 2016 ons vertellen over deze theorieën?
Tijdens het Nederlandse referendum van 2016 hebben we vier vragenlijsten afgenomen bij meer dan 20.000 respondenten. We hebben een kaart toegevoegd met op kwesties gebaseerde theorieën over het stemmen in een referendum, zoals hoe positief mensen over de Europese integratie stonden en of ze vonden dat Oekraïne een neutrale positie tussen de EU en Rusland moest innemen. We hebben ook items opgenomen die consistent zijn met de tweede-orde theorie, zoals items die de tevredenheid over de overheid en politiek cynisme meten.
We vergelijken drie logistische regressiemodellen waarbij (bijna) al deze voorspellers gestandaardiseerd zijn. Hierdoor kunnen de effectgroottes van specifieke voorspellers en de verklarende kracht van elk model worden vergeleken. Het eerste model test alle probleemgebaseerde voorspellers, het tweede test alle tweede-orde voorspellers en het derde combineert voorspellers uit beide theorieën.
De resultaten leveren overweldigend bewijs dat de houding ten opzichte van Europese integratie een sterke voorspeller is van tegen de ratificatie van het verdrag stemmen. Aan de andere kant had de evaluatie van mensen van hun nationale regering nog steeds een aanzienlijke hoeveelheid voorspellende kracht, maar niet zoveel als gevoelens ten opzichte van de EU.
Figuur 1: Invloed van de perceptie van de relatie van de EU met Rusland op de steun voor een collectieve overeenkomst met Oekraïne
Bovendien laten de twee items die we over Oekraïne hebben opgenomen, zoals figuur 1 illustreert, zien dat bezorgdheid over het verdrag de relatie van de EU met Rusland kan beïnvloeden. De 10% van de mensen die het meest bezorgd waren dat de deal Rusland onder druk zou kunnen zetten, waren 35% minder geneigd om voor de deal te stemmen dan degenen met een gemiddelde mening. Evenzo waren de 10% die het sterkst vonden dat Oekraïne neutraal moest blijven 42% minder geneigd om voor te stemmen.
Gevolgen van oorlog voor Oekraïne
In 2016 was Rusland niet zo’n grote factor in de publieke opinie als nu. In de meest recente peiling vroegen we mensen waarom ze het bod van Oekraïne om toe te treden tot de EU steunden of ertegen waren. Het onderzoek is eind juli 2022 uitgevoerd tijdens de oorlog tegen het land Rusland.
Voorstanders van het EU-bod van Oekraïne noemen vaak de bereidheid van Oekraïners om EU-burger te worden als een doorslaggevende factor. Bijna een derde van de aanhangers vermeldde de agressie van Rusland toen hem werd gevraagd waarom zij het Oekraïense EU-bod steunden, in tegenstelling tot een vijfde van de tegenstanders die Rusland noemden.
Het verschil tussen de voorstanders en tegenstanders van toetreding tot de EU in het percentage mensen dat corruptie als een probleem in Oekraïne noemt, is minder dan 7% van de voorstanders die corruptie noemen, vergeleken met meer dan 40% tegen. Corruptie is een belangrijk obstakel voor de pogingen van Oekraïne om zich bij de tegenstanders aan te sluiten. Bovendien gaven die respondenten vaak aan dat oorlog geen reden was om het land met open armen te verwelkomen.
Hoewel het standpunt van de EU ten aanzien van de toetreding van Oekraïne op dit moment grotendeels symbolisch is, is het zinvol en toont het de soft power vastberadenheid waar de EU trots op is. Als er nog een referendum wordt gehouden voor de Nederlanders over de toetreding van Oekraïne, lijkt het erop dat op kwesties gebaseerde meningen een bepalende factor zullen zijn in de stembeslissing, en ons lessen zullen bieden als het gaat om het vormgeven van verhalen over de oorlog, de plaats van Oekraïne in Europa en de rol van de EU in vrede op het vasteland.
Voor meer informatie, zie het begeleidende artikel van de auteurs Politiek van de Europese Unie
“Reisliefhebber. Razend bescheiden lezer. Ongeneeslijke internetspecialist.”
More Stories
Nederland roept Israël op om het UNRWA-embargo te heroverwegen en dringt aan op een staakt-het-vuren
Bizar… Nederlands veldrittalent maakt het uit met Belgisch team, dat woedend reageert: ‘Ik hoop dat je faalt’
De Asieldienst kreeg in april een boete van 50.000 euro per dag opgelegd